Downsyndroom

Kinderen en volwassenen met het Downsyndroom hebben andere talenten en bekwaamheden dan de meeste ‘normale’ mensen. Mensen met het Downsyndroom zijn vaak blijmoedig en onvoorwaardelijk in hun liefde, puur en authentiek, spontaan, sensitief. Ze hebben een talent voor ervaringsgericht leren. Kunnen confronterend zijn, eigenwijs en recht door zee.

Net als ieder andere ontwikkelen mensen met Downsyndroom zich op hun eigen manier en in hun eigen tempo. De mogelijkheden op het gebied van onderwijs, zelfredzaamheid, en de rol binnen het gezin en maatschappij zijn uniek en niet vergelijkbaar met andere mensen met Downsyndroom.

Bij en voor mensen met het Downsyndroom kan er ook reden tot zorg zijn. Medische problemen zoals hartafwijkingen, keel­, neus­ en oorproblemen, maag­ en darmafwijkingen en schild­klierproblemen komen meer voor dan bij andere mensen. U bent daarvoor misschien al bij een downpoli van het ziekenhuis geweest, bijvoorbeeld het Upside-Downteam van het Spaarne Gasthuis.

Vrijwel alle mensen met Downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Hierdoor zijn bepaalde vaardigheden (zoals communicatieve en sociale vaardigheden, zelfredzaamheid, probleemoplossend vermogen, lezen en schrijven) minder goed ontwikkeld. Soms kan dit leiden tot (grote) zorgen.

Jouw Orthopedagoog kan van meerwaarde zijn bij vragen- en problemen op het gebied van bijvoorbeeld:

  • Intelligentieonderzoek;
  • Opvoedingsondersteuning voor ouders van kinderen met Downsyndroom;
  • Leerproblemen;
  • Weinig zelfvertrouwen of grote onzekerheid;
  • Gevoelens van somberheid en spanning;
  • Angst, bijvoorbeeld voor ziekenhuisbezoek (bloedprikken, hartfilmpjes, narcose)
  • Veel piekeren of tegen alles opzien;
  • Het verwerken van nare of schokkende (verlies)ervaringen / traumatische gebeurtenissen;
  • Gedragsproblemen;
  • ‘Faseproblemen’, zoals pubergedrag.

Bij de diagnostiek en behandeling werkt Jouw Orthopedagoog zo veel als mogelijk samen met de directe omgeving van de persoon met een verstandelijke beperking. Dit kunnen ouders, partners en familieleden zijn. Maar ook artsen uit het ziekenhuis of begeleiders die een belangrijke rol vervullen in het dagelijks leven.


Top